Herns dialect
Klik hier om een online woordenboek te raadplegen met verschillende Hernse woorden en gezegden. Ook jij kan het woordenboek aanvullen. Er is geen toegangscode nodig.
800 jaar keur Herne
Een mijlpaal in de geschiedenis van Herne vond 800 jaar geleden plaats, meerbepaald in oktober 1211, toen de vrijheidskeur werd verleend en plechtig werd overgedragen in de Sint-Pieterskerk. Deze keur ging uit van Inglebertus dictus dominus de Aienghyen, Engelbert, heer van Edingen, en bepaalde dat hij alle vrije mannen binnen zijn domein vrijstelde van het recht van de dode hand (het recht van de heer om het 'beste stuk' uit een erfenis te kiezen) en de taille (een belasting), mits ze hem jaarlijks op Sint-Maarten een vergoeding van twee solidi betaalden per bunder land die zij binnen zijn domein bewerkten.
Naar aanleiding van de 800ste verjaardag van deze vrijheidskeur goot Dr. H. Vandormael een summier overzicht van de geschiedenis van Herne en zijn deelgemeenten in een boek, de 'Kleine Kroniek van het Groene Kwadrant'. Hier defileren de heren van Edingen, de hoge omes en dames die Herne met een bezoek vereerden, de kartuizers met hun belangrijke gasten, weldoeners en belagers, burgemeesters, geestelijken, missionarissen, opvoeders, beeldende kunstenaars, musici, schrijvers en dichters,... Niet alleen zij krijgen aandacht, ook andere passeren de revue: gewone mensen in hun dagelijkse bestaan, maar ook deugnieten en vechtersbazen, stropers en misdadigers, tot en met... de smurfen!
Deze kroniek is nog steeds te koop in de bibliotheek of aan de balie van de dienst vrije tijd in het gemeentehuis. Kostprijs: €23.
Herne historisch
De oudste vermelding van Herne dateert uit 1100 ('Benzo de Herines'). De nederzetting aan de Mark is evenwel veel ouder. De naam 'Herne' is immers prehistorisch en komt uit 'kar-inas', ofwel 'nederzetting aan het schitterende water '. Deze oude benaming van de Mark werd bewaard in één van haar zijbeken, de Harebeek (ca. 1117 Walteri de Harenbecca).
Groot-Herne (4462 ha) omvat sinds de fusie van 1977 Herne (2168 ha), Sint-Pieters-Kapelle (1181 ha) en Herfelingen (1113 ha).
Op historisch vlak behoorden Herne en Sint-Pieters-Kapelle, samen met Tollembeek, tot het Hernegewoud. Herfelingen vormde samen met Oetingen en Kester het Kestergewoud. Beide gewouden ressorteerden onder het baljuwschap Edingen en behoorden tot aan het eind van het ancien régime tot het graafschap Henegouwen. Bij de administratieve herindeling door het Franse Bewind werden Herne en Herfelingen autonome gemeenten in de Provincie Brabant. Sint-Pieters-Kapelle bleef Henegouws en Franstalig tot 1963.
Het bouwkundig patrimonium omvat in de eerste plaats een aantal religieuze gebouwen, waaronder de parochiekerk van Herne en Sint-Pieters-Kapelle, het voormalig kartuizerklooster van Herne en talrijke kapellen. Verder is het landschap gekruid met tientallen boerderijen, vaak in een schilderachtig decor.
Herfelingen historisch
Herfelingen vormde samen met Oetingen en Kester vroeger het Kestergewoud of de 'potestas van Castre'. Het Kestergewoud werd bestuurd door een meier, die de heer vertegenwoordigde, en een schepenbank waarin onder meer de burgemeesters van Oetingen, Kester en Herfelingen zetelden. Uit historische documenten blijkt dat deze drie gemeenten tot aan het eind van het ancien régime zowel bestuurlijk als kerkelijk nauw met elkaar verbonden waren. Het Kestergewoud behoorde op zijn beurt tot het baljuwschap of de 'super-heerlijkheid' Edingen dat sedert het begin van de 12de eeuw tot het graafschap Henegouwen behoorde.
Op het grondgebied van Herfelingen situeerden zich vroeger meerdere achterlenen, thans niet zelden overeenkomend met imponerende hoevecomplexen. Herfelingen werd bij de onafhankelijkheid van België een autonome gemeente en bleef dat tot 1977. Sedert de jongste fusie vormt het samen met Herne en Sint-Pieters-Kapelle een nieuwe administratieve entiteit.
De Sint-Niklaasparochie was een dochter van de Sint-Martinuskerk van Kester. De oudere kerk van Kester was aan de H. Drievuldigdheid toegewijd, hetgeen de kerkelijke band tussen Oetingen, Kester en Herfelingen suggereert. In deze context wijzen we op de H. Drievuldigdheidsommegang of de Kesterweg. Deze jaarlijkse bedevaart vindt plaats op de Drievuldigheidszondag tussen de kerken van het voormalige Kestergewoud. Volgens de overlevering werd deze processie ingesteld omdat het gewoud van de pest gevrijwaard bleef. Als onderdeel van het Kestergewoud bleef het begevingsrecht van de Sint-Niklaasparochie tot aan de Franse Revolutie in handen van het Sint-Waltrudiskapittel te Bergen. De classicistische Sint-Niklaaskerk dateert uit 1781.
De oudste vermelding van Herfelingen dateert uit 1194 ('Harflenges'). Deze naam dateert uit de 5de - 6de eeuw en betekent 'bij de lieden van Harifolc'.
Sint-Pieters-Kapelle historisch
Als onderdeel van het zogenaamde Hernegewoud hangt de historiek van Sint-Pieters-Kapelle nauw samen met deze van het naburige Herne. Sedert 1977 is dit dorp opnieuw een deelgemeente van Groot-Herne. Het maakt dus ook deel uit van het Waltrudis erfdeel dat omstreeks het midden van de 7de eeuw aan de Kapittel van Bergen geschonken werd. Het Hernegewoud of de Potestas van Herne (latijn: potestas = politiek / administratief ambtsgebied, dat meestal overeenkwam met een territoriaal zeer uitgestrekte heerlijkheid) behoorde tijdens de middeleeuwen en het ancien régime tot het Henegouwse baljuwschap Edingen. Sint-Pieters-Kapelle was in die hoedanigheid geen autonome heerlijkheid, aangezien het onder de bevoegdheid van de schepenen van Herne viel. Bij de grondige administratieve reorganisatie van de Zuidelijke Nederlanden, door het Frans bestuur, werd Sint-Pieters-Kapelle in 1795 ingedeeld bij het departement Jemappes, waarvan de benaming door de grondwet van 1815 in Provincie Henegouwen gewijzigd werd. Hierin behoorde Sint-Pieters-Kapelle ('Saint-Pierre' staat vermeld op de Ferrariskaart) aanvankelijk tot het arrondissement Bergen en vanaf 1818 tot het arrondissement Zinnik. Deze afhankelijkheid van Wallonië merk je ondermeer bij een rondwandeling op het kerkhof, waar tal van inscripties op de grafzerken in het Frans zijn uitgevoerd. Pas in 1962-1963, ter uitvoering van de Eerste en de Tweede Wet Gilson, werd deze taalgrensgemeente naar het Nederlandstalig arrondissement Halle-Vilvoorde van de Provincie Brabant (gewijzigd in Vlaams-Brabant) overgeheveld.
De oudste vermelding van Sint-Pieters-Kapelle is 1148. Dat jaar wordt immers de parochie Herne met haar afhankelijkheden geschonken aan de Sint-Aubertusabdij van Kamerijk. Een van die appendicia is de kapel van Sint-Pieter, die op de hoek stond van de huidige Geraardsbergsestraat en Keistraat. In 1266 werd deze kapel tot kerk verheven en afgesplitst van de moederparochie Herne. De kapel werd overgebracht naar haar huidige, meer centrale ligging in de nieuwe parochie. De oude kapel 'ter Waarden' is verdwenen in de loop van de 15de eeuw. De Sint-Aubertusabdij van Kamerijk behield het benoemingsrecht van de pastoors tot aan de Franse Revolutie. De beschermde, laatgotische parochiekerk dateert grotendeels uit 1420, maar bewaart een 13de-eeuwse, laat-Romaanse toren. Kerkelijk ressorteerde Sint-Pieters-Kapelle tot 1802 onder het bisdom Kamerijk. In de periode 1802-1967 maakte het deel uit van het bisdom Doornik. Sinds 1967 behoort het tot het bisdom Mechelen.
Kokejane historisch
Het gehucht en de parochie Kokejane strekken zich uit over Herne en Lettelingen langs beide zijden van de Steenweg naar Asse, de oude Romeinse baan van Bavay naar Asse.
In tegenstelling tot wat doorgaans beweerd wordt, is de naam 'Kokejane' (oudste vermelding 1310 'Kokiane') niet afgeleid van het Latijn 'coquina' en slaat dus niet op een pleisterplaats langs de heerbaan. Het is een waternaam, verwant met de rivier Kocher in Duitsland, en benoemde waarschijnlijk de huidige Rif-Raf.
De Kapel van Kokejane aan de rotonde wordt geciteerd sinds 1475. De OLV-kerk werd gebouwd door Eduard Vanderschueren en ingewijd in 1902. De eerste steen van de nieuwe kerk werd gelegd in 1967.